De houtduif

auteur: Hay Wijnhoven
non-fictie
uitgeverij Atlas Contact Amsterdam/Antwerpen 2024
ISBN978 90 450 5087 4
Nur 435
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXX
Natuurlijk gaat het over de houtduif, maar Wijnhoven beschrijft de vogel in
wat ik eerder cursiefjes zou noemen: het gaat ook over mensen, het is goed
geobserveerd, geschreven in een mooie taal en doorspekt met humor. Extraatje:
de mooie, (wetenschappelijk verantwoorde) eigen tekeningen.
Na lectuur van dit boek kijk ik met heel andere ogen naar de houtduif, die ik vroeger
voornamelijk zag als een grote duif die mijn terras kwam bevuilen. Bovendien spitte
ze regelmatig de grond uit mijn bloembakken en ruimde niks op!
Wijnhoven bestudeert de vogels minuten, uren, dagen lang. Hij vermengt zijn
waarnemingen met wat hij vindt op websites, in boeken en via gesprekken met
collega's. Hij schrikt er niet voor terug een dode houtduif van de grond te rapen en
thuis vakkundig te ontleden, daarover gaat namelijk het eerste "cursiefje". In bijna
elke tekst lezen we hoeveel tijd Wijnhoven aan observatie besteedt. Hij noteert
tijdens zijn wandelingen niet alleen het gedrag van de houtduiven, de reacties van
voorbijgangers op zijn gesnuffel en wat bv. het stadsbestuur van plan is met
aanplantingen. Hij is een entomoloog gespecialiseerd in hooiwagens en dus is het
niet verwonderlijk dat hij tijdens een zoektocht naar veren van duiven, blijft stilstaan
bij de gevolgen van de klimaatverandering op zijn "geliefde spinachtigen". Zijn
onderzoek toont aan dat 90 procent van de 800 hooiwagens die hij in 2021 noteerde,
afkomstig zijn uit zuiderse landen, nieuwkomers dus, die de 33 in Nederland levende
soorten vervoegen en/of verdringen. Een andere tekst gaat over eiken, te beginnen
met de eik voor zijn raam waarin een houtduivenfamilie nestelt. In de meeste
hoofdstukjes duiken nieuwe aspecten van de houtduif op. Ik geef één weetje als
voorbeeld: "Heel kenmerkend voor jonge duiven is dat de veren tussen ogen en
snavelbasis als laatste uitgroeien, ze zouden er maar last van hebben als ze tijdens de

voedersessies hun snavel in de strotten van hun ouders moeten steken."
Merkwaardig is ook zijn uiteenzetting over hoe vleugels werken, hoe en waarom ze
gestapeld zijn . Op zijn pentekeningen staan de termen die hij gebruikte ernaast. In
de hoofdstukken "Vogelvrij I en II" gaat hij uitgebreid in op oude en moderne
wetten in verband met de jacht en het doden van houtduiven in Nederland, in België,
Frankrijk, Italië en in Groot-Brittannië. Op internet is er van alles te koop om
migrerende duiven te lokken en dan af te schieten. Er zijn "tradities die verheerlijkt
worden en mensen gemakkelijk blind kunnen maken voor al het dierenleed dat
ermee gepaard gaat."
Zijn laatste verhaal gaat over wat misschien een voorvader van de houtduif was:
Sapeornis die 112 miljoen jaar geleden in China leefde. Deze oervogel is een
aanleiding om de nieuwste bevindingen te overdenken die geraffineerde
experimenten met duiven uitwijzen: ze zijn helemaal niet zo dom als wij altijd
dachten: hun hersenen verwerken ruimtelijke en visuele problemen razendsnel.
Ook wie niet direct in de houtduif geïnteresseerd is, zal toch met veel genoegen dit
boek lezen, want Wijnhoven presenteert zijn observaties in een prettige stijl. Af en
toe is het poëzie, af en toe grappig, soms wetenschappelijk, nooit saai.
Er is geen index, maar een Verantwoording met daarin "regelmatig geraadpleegde
websites". De boeken staan alfabetisch gerangschikt per hoofdstuk. De bladzijden
verwijzen naar het boek in kwestie.