- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 14
Hoewel het slechts één provincie is, heeft NAVARRA toch twee grote wijnen, de D.O. navarra en de D.O.C. rioja. Rioja had in 1925 de primeur om als eerste wijnregio in Spanje een ‘Donominacion de Origen’ -status te verkrijgen.
Denken we enkel aan rustieke wijnen met overwicht aan houtlagering en langdurige rijping op Amerikaanse eiken vaten, dan lopen we achterop en wordt het tijd om onze visie wat aan te scherpen.
Vlug onze ‘nieuwste geschiedenis’ wat opfrissen: het is pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw dat de officiële classificatie op basis van rijping en bewaring een reglement werd. Voorheen stond op een etiket enkel de benaming ‘rioja’ en het jaartal. Dit kon zowel een grote ‘reserva’ zijn met lange rijping op eiken vat, of een eenvoudige wijn die werd bewerkt met koolzuurmaceratie (cf. beaujolais). De oude rioja-classificatie deelde de wijnen in volgens de tijd doorgebracht op eik, maar sprak niet over de kwaliteit van de wijngaarden, de bodems en wijnstokken. Deze wetgeving werd ondertussen sterk gewijzigd met enkele nieuwe regels.
Klimaat en Bodem
Rioja heeft een gematigd maritiem klimaat, dat onder invloed staat van de Atlantische Oceaan en de Golf van Biskaje. Deze groene regio kent veel neerslag en wind gedurende het gehele jaar. Aangepaste warmere kledij is een must!
Kalkachtige kleibodems (klei, kalksteen, zandsteen) met ijzerhoudende en alluviale kenmerken.
Benaming en aanpassing rijpingstijd
- Een nieuwe naam voor rioja joven (wijnen zonder verplichte rijpingsvoorschriften): voortaan benoemen als rioja génerico. (joven=jong).
- Voor DOCa rioja reserva rode wijn mag niet voor het vierde jaar op de markt gebracht worden. De minimale houtopvoeding is twaalf maanden op vaten van 225 liter, de flesopvoeding is van 24 maanden naar 6 maanden teruggebracht.
- DOCa rioja gran reserva moet minstens vijf jaar rijpen, waarvan minstens twee jaar op houten vaten, en hier ook weer een flesrijping van 36 maanden naar 24 maanden.
De voorbije jaren heeft DOCa rioja (Denominación de Origen Calificada) echter een verschuiving in zijn classificatiesysteem aangemoedigd door meer nadruk te leggen op de specifieke ‘terroirs’ en geografische oorsprong van een bepaalde wijn, met meer nadruk op de diversiteit die in elke regio te vinden is. Meer aandacht voor verscheidenheid in bodems, microklimaten en individuele wijngaarden. Alles is zo’n beetje afgekeken van het Bourgondisch model: een piramide met regionale wijnen aan de basis, dorpswijnen hogerop en aan de top de parcellaire wijngaarden.
We spreken voortaan dus over Vinos de Zona, Vinos de Municipio en van Viñedos Singulares.
Vinos de Zona is een regionale herkomstbenaming, die verwijst naar een van de drie subzones van rioja. Merk op dat de vroegere benaming rioja baja, die enigszins pejoratief (baja betekent laag) kon geïnterpreteerd worden, een nieuwe naam kreeg. De drie heten voortaan rioja alta, rioja alavesa en rioja oriental (vroeger baja).
Om een Vinos de Zona op de markt te brengen, moet de producent in de zone zijn gevestigd en moet de wijn zijn gemaakt met druiven uit die zone. Hier geldt de 85% regel: er mag geblend worden met 15% druiven van andere oorsprong.
Vinos de Municipio is een gemeentelijke appellatie, Vinos de Pueblo is een synoniem. De producent dient in een van de 144 gemeentes van Rioja gevestigd te zijn en de wijn moet voor 85% gemaakt zijn van druiven uit die gemeente. Opmerkelijk: een bodega uit een bepaalde gemeente kan dus geen Vinos de Municipio uit een andere gemeente produceren, hoewel hij daar best (top-) wijngaarden kan bezitten. Evenzo kan het zelfs zijn dat sommige wijnhuizen geen wijngaarden hebben, of toch niet van de beste kwaliteit, in de eigen gemeente. Toch wel een vreemde situatie. Hopelijk wordt deze categorie nog herzien in de toekomst.
Viñedos Singulares is de hoogste kwalificatie. De druiven moeten van één enkele wijngaard afkomstig zijn. Deze beperkte kleine elite wijngaarden beslaan amper 155 hectare. Ter info, Rioja omvat 65.000 hectare wijngaard. Belangrijk is ook de regel die duidelijk stelt dat dergelijke wijngaarden minimaal vijfendertig jaar oud zijn en dat de druiven met de hand moeten geplukt worden.
Wat informatie over de rioja-schuimwijnen:
Vanaf 2019 mogen ook schuimwijnen geproduceerd worden binnen de riojabenaming, zowel voor wit als rosé. Er zijn strengere voorschriften opgemaakt in vergelijking met de gangbare voorschriften voor cava. Los espumosos de Rioja moet volgens de traditionele methode (tweede gisting op fles) worden gemaakt in de drie categorieën met het laagste restsuikergehalte. Brut nature, extra brut en brut. De rijpingsperiode dient ten minste 15 maanden te zijn voor de categorie Los espumosos de Rioja, 24 maanden voor reserva en 36 maanden voor de gran añada-schuimwijnen. De gran añada moet het oogstjaar vermelden.
Witte druiven:
In 2017 besloot de Consejo Regulador (toezichtraad, wettelijk belast met de controle van de bescherming van de oorsprongbenaming) om een veel groter aantal toegestane druiven in de regio toe te staan, wat leidde tot een toename van de productie van rioja blanco (witte wijnen) in deze vooral rode wijnstreek. Het is nu mogelijk om monocepagewijnen te produceren van de meer recent goedgekeurde variëteiten: chardonnay, verdejo, sauvignon blanc, garnacha blanca, malvasia, maturana blanca, tempranillo blanca en turruntés.
Viura blijft echter de meest traditionele witte druif in de regio.
Kenmerken viura: wijnen van deze druif verliezen hun smaak en fruitig karakter relatief gemakkelijk. Ze zijn op hun best wanneer ze jong worden gedronken. Deze druif zorgt voor strogele tot amberkleurige wijnen met een hoog zuur- en alcoholgehalte. De geur is bloemig en de smaak droog, fruitig, licht en fris.
Kenmerken chardonnay: boterzacht, vol gerijpt, fris, fruitig…
Kenmerken garnacha blanca: aromatisch karakter, frisse tropische fruittonen, minerale afdronk, levendige zuurgraad…
Kenmerken malvasia: sterke, zwoele aroma’s van wit fruit, bloemen en citrusvruchten, frisse zuren. Ideaal om versterkte, zoete en aromatische wijnen van te maken.
Kenmerken verdejo: hoge aromatische intensiteit met goede zuurgraad, minerale tonen en hints van eikenhout, medium body.
Kenmerken van turruntés: aromatische en bloemerige kenmerken met smaken van citrusvruchten. Ook geschikt om mousserende wijn van te maken.
Blauwe druiven voor rode wijn in Rioja:
Voor rode wijnen is tempranillo de meest gebruikte druif. Andere toegestane druiven zijn garnacha tinta, graciano en mazuela cariñena. Een typisch rode riojawijn bestaat uit ongeveer 60% tempranillo, maximaal 20% garnacha en geringere hoeveelheden mazuela en graciano.
Over D.O. NAVARRA:
Reeds de Romeinen zongen de lof over de wijnen van Navarra en in de 12e eeuw vond er een heuse wijnexplosie plaats, dit keer vooral voor de pelgrims die langs deze streek hun tocht van Santiago de Compostella ondernamen. Op het einde van de 19e eeuw telde men er zelfs bijna 50.000 hectare wijngaard. Op dit moment is dat een kleine 18.000 hectare. In de jaren ’80 was Navarra vooral bekend voor zijn frisse roséwijnen, grotendeels op basis van garnacha. Onder invloed van de regionale autoriteiten werden er onderzoeksprogramma’s opgezet waardoor Navarra als het ware een levend laboratorium werd voor allerhande variëteiten. Op dit moment worden er vijf subzones onderscheiden:
- Valdizarbe (meest noordelijke wijngaarden van Spanje)
- Tierra Estella in het noordwesten
- Baja Montaña in het noordoosten
- Ribera Alta in het centrum
- Ribera Baja in het zuiden rond de rivier de Ebro. Het is deze regio waar de meeste wijndomeinen gevestigd zijn.
Navarra heeft een zeer afwisselend landschap en de wijngaarden gaan van 250 tot 600 meter hoogte. Bijna heel het gebied geniet bovendien van een continentaal klimaat, omstandigheden die uitermate geschikt zijn om goede wijnen te maken. Op dit moment is garnacha de voornaamste druif, met tempranillo als mooie tweede. Sinds de jare ’80 is er echter een duidelijke tendens tot diversifiëring en zien we heel wat cabernet en merlot aangeplant. Witte wijnen maken voorlopig slechts 5% uit van de totale productie, maar deze zit duidelijk in de lift. Het is vooral chardonnay en viura die hier de hoofdrol spelen. In het zuiden is er ook nog een wijnmakerstraditie van zoete wijnen op basis van moscatel.
Kenmerken moscatel: beschouwd als een van de oudste druiven ter wereld. Wijnalcohol wordt toegevoegd. Amber van kleur. In de mond heerlijke aroma’s van citrusvruchten, rozemarijn, rozenblaadjes en honing. In de mond een lange en aanhoudende afdronk.
Kenmerken garnacha tinta: levert wijnen die smaken naar frambozen, pruimen, een vleugje vers gemalen peper en kruiden. Daarnaast heeft het milde zuren en een bescheiden tanninegehalte. De aroma’s lopen uiteen: rood fruit (aardbeien, framboos, rode kers), zwart fruit (zwarte bes, braambes, zwarte kers), gedroogd fruit (pruim, dadels, vijgen, rozijnen, gedroogde abrikoos, vruchtenjam, specerijen (peper, laurier, kaneel, drop), kruiden (tijm, rozemarijn, salie), koffie, cacao, chocolade.
Kenmerken tempranillo: betekent ‘vroeg’(rijp). Zeer toegankelijke druif dankzij zijn zachte eigenschappen. Fruitig met weinig zuren. Medium tot veel body. Aroma’s van donker en rijp fruit en leer. Geeft een rijkere smaak van vanilletonen na rijping op hout.
Kenmerken graciano: geeft donkerrode wijnen, rijk aan alcohol, goed gestructureerd met een flinke zuurgraad. Ondanks het tanninegehalte is de wijn soepel en charmant als de druiven goed worden gerijpt. De wijn heeft doorgaans typische aroma’s van zoethout, peper en pruimen
Kenmerken mazuela cariñena (= samso mazuela) en is synomiem van carignan-FR. Een soort die robuuste wijnen met veel zuren oplevert. Geeft in de riojamix zijn kleur en body. Levert tanninerijke en alcoholische wijnen af.
Kenmerken van cabernet sauvignon: krachtig, cassisgeur, tabak, chocolade…
Kenmerken van cabernet franc: intens aromatisch, mooie zuren, bessen, frambozen, viooltjes, ceder ,….
Kenmerken merlot: soepel, zacht, neutrale tannines en zuren, kersen, bessen, pruimen, gemakkelijk jong te drinken.
Wie cultuur, gastronomie, prachtige landschappen, kerken, kloosters en prachtige wijnen wil ervaren moet zeker deze streek verkennen. De provincie Navarra met regio Rioja heeft voor elk wat wils.
Ik enthousiasmeer je graag voor deze regio’s.
Bronnen:
Decanter.com
Jancisrobinson.com
Ken Wijn magazine
Riojawines.com
Mijn krantenknipsels en wijnperiodieken
Mijn leerboeken Vinologenopleiding, Wereldwijnen en WSET-opleiding…
Georges De Smaele, wijnschrijver.
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 14
Als wijnschrijver vertel ik jullie graag wat over Spaans-Baskenland, een van de zeventien autonome regio’s in Spanje. Vooral Spaans-Baskenland is tegenwoordig een populaire bestemming omwille van de prachtige landschappen met groene heuvels en rustieke wijngaarden. Een schitterende regio om als wijnliefhebber te ontdekken qua geschiedenis, cultuur en gastronomie. Om deze wijnregio’s beter te begrijpen komt een beetje geschiedenis kijken, uiteraard in een versneld tempo.
Spaans-Baskenland (Pais Vasco of Euskadi in het Baskisch)
De eerste schriftelijke verwijzingen naar lokale wijn dateren uit de 12e eeuw.
Vrij snel breidde het wijngaardareaal zich uit en nam men protectionistische maatregelen om de eigen wijn te vrijwaren van concurrentie, onder andere vanuit Galicië, Rioja en Navarra. Daarnaast werden plaatselijke handelsoorlogen gevoerd tussen de wijnmakers en de ciderproducenten. Men zette bewakers in en het vernielen van wijnstokken werd zwaarder gestraft. Later in de 17e – 18e eeuw kreeg men te maken met boze Franse wijnboeren die het beu waren hun wijnen moeilijk te kunnen slijten aan hun Spaanse buren. De 19e eeuw kenmerkt zich door de afschaffing van tal van Spaanse privileges maar ook door een opflakkering van ziektes als odium, meeldauw en phylloxera (druifluis). De teloorgang van de wijnbouw werd nog versterkt door de uitbreiding van andere landbouwteelten en appelboomgaarden. De tweede helft van de 20ste eeuw leidde een kentering in. De aanplant van nieuwe stokken, het investeren in moderne technieken en installaties gekoppeld aan grotere kwaliteitscontrole zetten de Baskische wijnen terug op de (wijn)kaart. Het normale leven kwam geleidelijk terug na een woelige periode van onrust ten gevolge van het streven naar totale onafhankelijkheid.
Geografische ligging van Baskenland
Baskenland als dusdanig is de facto een grensoverschrijdend gebied dat zich uitstrekt ten noorden (Frans-Baskenland) en ten zuidwesten (Spaans-Baskenland) van de Pyreneeën, de bergketen van circa 430 km.
De drie Frans-Baskische provincies zijn Labourd, Basse-Navarra en Soule.
De vier Spaanse-Baskische provincies zijn Navarra, Guipúzcoa, Vizkaya (Bizkaia) en Alava (Araba).
De appellaties in Baskenland
De unieke appellatie “txakoli” bestaat niet. Beter past het te spreken over drie zusterappellaties die samen het officiële grotere productiegebied van de txakoli uitmaken. Dit wijngebied van ‘txakoli’ of ‘chacoli’ (meerdere schrijfwijzen mogelijk naargelang Spaans of Baskisch) is met een huidig globaal wijnareaal van minder dan 1000 hectare zo goed als het kleinste in Spanje. Spaans-Baskenland beslaat nog een wijnregio, met name de rioja alavesa. De txakoli D.O.’s zijn: getariako txakolina, bizzkaiko txakolina en arabako txakolina.
Even ter vergelijking meegeven dat in Frans-Baskenland de A.O.P irouléguy slechts zo’n 214 hectare groot is.
Piramide van onder naar boven:
- Vina de mesa = tafelwijn
- Vina de la tierra = landwijn
- Vino de calidad con indicación geografica = IGP
- Vinos con D.O.C.= vinos de pago = single vineyard wijnen
Klimaat in Spaans-Baskenland
De zone waarin txakoli wordt geproduceerd is dominant gekenmerkt als ‘cold climate’. Typisch is het globaal frisse Atlantische klimaat met zeer veel regen en mist, een beperkt aantal uren zon en vrij lage temperaturen. Spaans-Baskenland vormt hier voor niks samen met Asturias, Cantabrië en Galicië het groene Spanje. Toch zijn er lokale verschillen uit te leggen door o.a. de aanwezigheid van heuvels, de hoogteligging en de afstand tot de golf van Biskaje.
Bezonning, neerslag, winden, topografie en geologie zijn hier bepalend voor de aanplant van de druivensoorten. Bezonning is dus afhankelijk van de breedtegraad (Baskenland is vrij uitgestrekt) van het Baskisch gebied waar men over spreekt. De neerslag speelt in de regio’s een belangrijke rol qua verdamping. (kustzone: rond de 1200 mm; centraal: rond de 800-900 mm). Pergola- en guyot- geleidingsystemen zijn hier veelvoudig van toepassing. Winden spelen dan ook een belangrijke rol in het droogblazen van de wijngaarden in de zeer vochtige regio’s. De onvoorspelbare heftige wind galerna is hier in tegenstelling tot de zachtere winden de spelbreker. Schade en verwoesting aan de wijngaard! Als geologische ondergrond vinden we voornamelijk kiezel, kalk en klei-leembodems.
Wijnstijlen
- Schuimwijnversies (2e gisting op fles) = birbirra in wit en rosé
- Jonge witte wijn (ook ‘sur lie’ en wit met vatlagering)
- Rosé meestal saignée of lekwijn = meest gebruikte methode
- Rode wijn, zelfs op vaten
- Zoete wijn (in wit en rood)
- Distillaat
Druivenrassen in Spaans-Baskenland
Autochtone druiven
Hondarribi zuri (wit - compact, krokant met weinig vrij zuur sap).
Hondarribi beltza (blauw - hoge aciditeit, veel tannine, beaujolais-gelijkenis).
Niet-autochtone druiven
Hondarribi zerriata (wit - petit courbu - Sud-Ouest Jurançon/Pachrenc du Vic Bilh FR), aromatische druif (rijpe perziken, abrikozen, honing, amandelen…).
Izkiriota (wit - gros manseng Sud-Ouest FR) (fruitige en bloemige tonen zoals perzik, abrikoos, citrus, honing, witte bloemen…).
Izkiriota ttipia (wit - petit manseng - Sud Ouest FR). Uiterst geschikt voor blend. Kleine bessen en een dikke schil wat bijdraagt aan de concentratie van de smaken en aroma’s – vooral geschikt voor de productie van zoete wijnen zoals de bekende Franse Jurançon.
Mune mashatsa (wit - folle blanche - Cognac, Armagnac FR) (fruitige en florale tonen, vol en complex van smaak, mooie balans tussen zoet en zuur, je proeft citrus, abrikoos, peer, karamel, kruiden, noten en een vleugje rook).
Chardonnay* (wit) - aroma’s van tropisch fruit zoals mango, passievrucht, ananas en citrusfruit. Bij houtlagering ook vanille, toast, honing, noten, room, boter, specerijen…
Riesling* (wit) - een neus van exotisch fruit, rijpe peer en kruidige perzik overheersen. In de mond krijgen we de zoete smaak van knapperige druiven.
Pinot noir* (blauw) - aards en animaal zoals paddenstoelen, tabak, witte peper, kruidnagel, natte bladeren…
Economisch belang vroeger en nu in Spaans-Baskenland
Enkele opmerkelijke zaken vallen zeker op:
- Het exportvolume blijft klein maar groeit jaar na jaar.
- De export gaat vooral naar de VSA en naar de Aziatische markten, minder naar de EU-landen. De witte wijnen staan voorop! De vraag naar wit blijft stijgen.
- De uitvoer van txakoli onder de vorm van rood, rosé, schuimwijn of zoet is in feite verwaarloosbaar.
- Hoe zeldzamer het product, hoe groter de aantrekkingskracht.
Conclusie: Op onze Belgische markt zijn de verdelers en wijnhandelaars zeer dun bezaaid. Hopelijk komt daar zeer snel verandering in gezien de productverbetering van deze Baskische wijnen. Ik ben er vast van overtuigd dat het aanbod bij ons op termijn zal uitbreiden. Wie bij ons heeft het lef om dit product te promoten en te commercialiseren?
Reeds bestaande afnemers: www.vitisvin.be (Drongen) en www.lariojana.be (Merelbeke).
*zeer matige aanplant van deze druivensoort in Spaans-Baskenland, maar er komt stilaan uitbreiding.
Bronnen:
Conselao Reguladores: (kwaliteitsbewakingsorganisatie)
Websites over klimaat, bodems en winden
Teksten van de pen van sommelier-conseil Marc de Meerleer (docent Spaans en Spanjekenner).
Informatie uit mijn cursussen WSET, Wereldwijnmeester en vinologenopleiding.
Knipsels uit diverse kranten en periodieken.
Georges De Smaele, Wijnschrijver.
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 9
Homo mimeticus
Een geschiedenis van ons kopieergedrag
auteur: Nidesh Lawtoo
non-fictie
uitgeverij Noordboek 2025
ISBN 978 9464712360
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXX
Al is de tekst op de kaft veranderd, het onderwerp blijft hetzelfde: zonder
kopieergedrag (mimese) zou de term "homo sapiens" niet kloppen. Dat is wat
Lawtoo in deze monumentale studie wil aantonen.
In de zoektocht naar wat het menselijk dier tot mens maakt, is de genealogie een
leidend concept in de westerse gedachtewereld, maar zonder dat we ons ervan
bewust zijn, imiteren we en dus heeft autonomie, de vrije wil en rationele zelf-
presentie daarin niet veel te zeggen. Lawtoo wil genealogisch terugkijken op een
aantal van de meest invloedrijke denkers van mimese. Een belangrijke voorloper is
bijvoorbeeld Nietzsche, die een fundament biedt, waarop mimetische studies kunnen
voortbouwen. In deel 1 en 2 komen ook Socrates, Plato (o.a. met de grot-allegorie)
en vele anderen aan bod.
De homo mimeticus is een sociaal, affectief en intersubjectief wezen, dat deel
uitmaakt van een netwerk waarin het zelf met anderen verbonden is. Mimese moet
dan beschouwd worden als een zeer menselijke en misschien ook niet-menselijke
conditie die de voedingsbodem is voor esthetische, antropologische, sociale en
politieke fenomenen. Hij zoekt ook naar het verband tussen mimese en plasticiteit.
Als Lawtoo over dierlijke en menselijke mimicry schrijft, dan brengt hij eerst de
transdisciplinaire denker, Roger Caillois ten tonele. Deze Fransman was
gefascineerd door heilige en politieke rituelen, door spel, door dierlijke nabootsing
en het schrift in steen.
In "Banaliteit van het kwaad" raakt hij een actueel thema aan: "dat het fantoom of de
schaduw van het fascisme opnieuw over het hedendaags toneel spookt... toenemende
populariteit van extreemrechtse leiders ... Ik zal proberen de besmettelijke krachten
van mimese die fascistische leiders in het spel brengen te herevalueren".
"Massagedrag, geweld, propaganda, (nieuwe) fascistische opstanden,
complottheorieën en oorlog zijn manifestaties van wat ik mimetische pathologieën
noem". Als voorbeeld van mimetische complexiteit haalt hij Eichmann aan, die "tot
zijn nek in de mimetische affecten zit.". Om uit te leggen hoe hij mimese als een
vibrerende dimensie ziet, zal hij een brug bouwen "tussen nieuw materialisme en de
mimetische studies die we met Nietzsche en Caillois zijn begonnen" Hij zal dit doen
in gezelschap van Jane Bennett, politiek theoretica, denker van milieubewustzijn en
pleitbezorger van het nieuw materialisme. Het laatste hoofdstuk heet "Het tijdperk
van de virale voortplanting" en daarin ziet hij overeenkomsten tussen de
coronapandemie en de door complottheorieën gedomineerde tijd, overweldigd als we
zijn door conflicterende (des)informatie in een steeds groter wordend deel van de
virale wereld.
Lawtoo sluit af met een dialoog tussen hemzelf en Edgar Morin over de kern van het
verschijnsel mimese en de invloed daarvan ten goede en ten kwade.
De Noten, de Bibliografie en het Register beslaan - zoals te verwachten - vele
bladzijden. Schaarse zwart-wit afbeeldingen verduidelijken de tekst.
Het is geen eenvoudige lectuur, vooral toegankelijk voor een lezerspubliek dat al een
beetje vertrouwd is met de huidige filosofie, esthetica, politieke theorie, literaire
kritiek/theorie, de studie van de media en de nieuwste studies over mimese. Het boek
maakt duidelijk dat we in dit digitale tijdperk opnieuw moeten nagaan hoe gevoelig
we zijn voor emotionele en politieke besmettingen. Het zou ons kunnen helpen om
de 'hypermimetische' uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden.
Dit boek is mogelijk gemaakt door de European Research Council (ERC) in het
kader van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese
Unie en KU Leuven.
Nidesh Lawtoo is filosoof en cultuurcriticus, hoogleraar Europese literatuur en
cultuur aan de Universiteit Leiden. Hij was hoofdonderzoeker van het door de ERC
gefinancierde project Homo Mimeticus, dat hij leidde aan de KU Leuven en is de
auteur van talloze boeken over het veld van mimetische studies, waaronder
(Nieuw)fascisme.
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 61
De wereld die we delen
auteur: Tine Hens
illustraties: Leon Schodts
non-fictie
uitgeverij EPO 2024
ISBN 978 94 6267 522 3
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Het lijkt een boekje van niks, je kan het in je handtas steken of in je vestzak, maar de inhoud pakt je bijwijlen beet: het gaat o.a. over "onsterfelijke" levensvormen, die voor ons verborgen zijn en waarvan we minder kennen dan van de sterren.
Het schimmelperspectief
350 miljoen jaar lang overleven de mossen elke klimaatverandering, elke catastrofe. Wij ontstonden zo'n 300.000 jaar geleden en het essay maakt duidelijk dat de homo sapiens het niet lang meer volhoudt als hij/zij geen voorbeeld neemt aan zogenaamd primitieve volkeren en niet drastisch de levenswijze omgooit. De oudste levensvormen op aarde zijn de microben of micro-organismen. Zonder hen is geen ander leven mogelijk. Omdat ze met het blote oog niet te zien zijn, weten we weinig over hen. Over die twee derden van al het leven op aarde en het feit dat we niet kunnen leven zonder hen, gaat hoofdstuk 1.
Kopvoeters en ketters
In hoofdstuk 2 komen we filosofen tegen die met hun denkbeelden de mens bovenaan plaatsten en liefst als een twee-eenheid. Wij hebben een superieure geest die gevangen zit in een inferieur, sterfelijk lichaam, dacht bv. Descartes. Hij sneed een levende hond open en schreef het gekrijs van het dier toe aan reflexen: "Het dier was tenslotte niet meer dan een ding". Het wordt nog erger. Francis Bacon vond dat witte, welgestelde mannen het recht hadden om van bossen plantages te maken, bewoners te verjagen of af te slachten en hen te vervangen door tot slaaf gemaakte Afrikanen. Een filosoof zoals Spinoza die het dualisme van Descartes aanvocht, werd beschuldigd van blasfemie en verbannen.
Homo stupidus stupidus
Hoofdstuk 3 maakt duidelijk wat een dom dier de mens is: hij is zelf zijn enige habitat aan het vernietigen door licht, lucht en bodem te vervuilen. Door zowat alle ruimte in te nemen voor eigen gebruik, bedreigt hij de biodiversiteit. Tine Hens geeft voorbeelden van diersoorten die we hebben doen uitsterven en van andere soorten die bedreigd zijn. We krijgen een paar aangrijpende voorbeelden van toevallige dood door menselijk afval. Zo is er die mondkapmeeuw, dood doordat haar poot verstrikt geraakte in een mondmasker, of het roodborstje dat in haar hand stierf na een klap tegen het raam. Hoe meer we dieren bestuderen, hoe verbaasder we zijn: heeft een octopus zelfbewustzijn?! Kan een slak verdriet ervaren?! Zelfs Darwin vermoedde in 1860 al dat planten intelligent waren, waarom zeiden botanici in zijn tijd dat hij zijn verstand kwijt was, eerder dan verder diepgaand onderzoek te doen?
Nooit meer alleen
Is er dan geen hoop op beterschap? Daarover gaat hoofdstuk 4. Tine bezoekt het vernieuwde Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel en beseft dat de wetenschap hoe langer hoe duidelijker aantoont dat wij deel zijn van de natuur en er zeker niet boven staan. Dat besef maakt mensen ervan bewust dat er iets moet gedaan worden, maar wat?! Economische maatregelen zouden al helpen, maar vooral moet ons denken veranderen en daar neemt taal een belangrijke plaats in.
De 4 hoofdstukjes worden ingeleid door een sobere zwart-wit tekening. Tine schrijft geen saai essay, maar doorspekt haar vaststellingen met verhalen, want ze weet dat de homo sapiens houdt van een verhaal.
Wie verder wil lezen wil lezen, vindt titels op de laatste bladzijden.
De uitgave is een pareltje dat speciaal geschreven is voor de Belgische maand van de filosofie in 2022 op verzoek van Confituur, het verbond van onafhankelijke boekhandels. Daartoe behoort bv. mijn favoriete boekhandel, De Boekuil, in Mortsel. Bij Confituur krijg je uitleg en aanbevelingen: de handelaars weten waarover ze spreken. Het verschil met De Standaard boekhandels (=supermarkten) is groot.
Hoe meer mensen dit boekje lezen, hoe meer we beseffen wat Tine Hens bedoelt met de conclusie:
Vooruitgang is een vakbond van het levende.
We zijn niet alleen.
We delen een wereld.
Een wereld met een democratie van soorten en geen tirannie van één soort.
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 79
DE DRONKEN FILOSOOF
Moderne denkers schrijven over de roes
auteur en samensteller: Thomas Crombez
non-fictie
uitgeverij: Letterwerk 2024
ISBN 978 94 6494 356 6
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXX
Aldous Huxley deed in 1954 een oproep om een nieuw roesmiddel te ontwikkelen om mensen toe te laten een "chemische vakantie" te nemen van het ondraaglijke zelf-zijn: het zou wél minder schadelijk moeten zijn dan alcohol en sigaretten.
Met deze woorden zet Thomas Crombez de toon in de inleiding. Hij gaat de houding tegenover roesmiddelen na van 1859 tot 2017. Wat hem daarbij opvalt is "de creativiteit waarmee moderne denkers tijdens de voorbije 165 jaar het begrip roes hebben ingevuld". Wat blijkt: filosofen zijn dikwijls bedwelmd door het denken, maar ook door tal van andere middelen. Het gaat niet alleen over wat wij tegenwoordig "drugs" noemen, zoals cocaïne of opium, maar ook over alcohol, kunst, mystieke ervaringen, intellectuele verdiepingen en sociale fenomenen.
Sommige schrijvers zijn bekend. Van Aldous Huxley weten we dat hij zichzelf ter beschikking stelde voor proeven met mescaline. De eerste bijdrage is van Mantegazza in 1859, die gefascineerd is door de effecten van coca. Hij had een enorme invloed op Freud. Freud heeft het (tamelijk euforisch) over het therapeutisch gebruik van cocaïne en ik, als lezer zou - afgaande op het artikel van Mantegazza - liefst meteen op wat cocabladeren beginnen te kauwen! Lukács stelt in 1963 de roes "voor als een vlucht uit de monotone en lege realiteit van het kapitalisme" en de laatste auteur, Laurent de Sutter, stelt in 1917 de roes voor als een opsluiting van het zelf. Zij noemt het narcokapitalisme.
Crombez volgt een patroon. Eerst vermeldt hij de filosoof die nadenkt over de roes met het jaartal van het artikel. Dan volgt een titel met de hoofdgedachte, niet zelden met een sprankje humor. Ik geef een voorbeeld: William James schrijft in 1882 over de potentieel mystieke ervaringen die het gebruik van lachgas kan meebrengen. De titel luidt: Hoe je met lachgas de filosofie van Hegel beter begrijpt. Crombez schetst het leven en de werken van James, vooral in verband met de effecten van het lachgas. In kleine druk wordt vermeld waaruit het gekozen fragment afkomstig is en wie het vertaald heeft.
De auteur vertaalde zelf uit het Engels, het Italiaans, het Frans. Waar mogelijk gebruikte hij bestaande vertalingen. Regelmatig krijgen we uitleg in voetnoten, die hij allemaal zelf toevoegde. Een namenregister sluit af.
Het is een boeiend boek geworden: er is niet veel verschenen over dit onderwerp, zeker niet nu de meeste roesmiddelen illegaal geworden zijn. Het is bovendien in een vlotte, toegankelijke taal geschreven en het vleugje humor maakt het allemaal nog aantrekkelijker.
Thomas Crombez is docent, vertaler en uitgever.