
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 40
HOE IK de GRIEKSE TOERISME JUNGLE overleefde
auteur: Ruard Wallis de Vries
non-fictie
uitgeverijHoutekiet 2025
ISBN 978 90 5720 958 1
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXX
Reisleider zijn, dat is toch eenvoudig?
Nee, dus. De auteur kwam als mid-twintiger aan in Athene met een universiteitsdiploma op zak, maar besloot uit noodzaak in het toerisme te gaan werken. Op een humoristische manier vertelt hij ons hoe hij lastige situaties moest oplossen, veeleisende reizigers probeerde tevreden te houden en diverse talen moest spreken, waarvan hij bij zijn sollicitatie beweerd had die te kennen. Bovendien moest hij soms de buschauffeur bewerken, hotelpersoneel aanpakken en restauranthouders op het matje roepen, die niet leverden wat ze beloofd hadden. Van een reisleider wordt ook verwacht dat hij veel uitleg geeft bij wat er te zien is en liefst niet te saai. Hij (of zij) moet de nodige praktische informatie geven, regelmatig tellen of hij iedereen nog bij heeft, klanten die te laat komen op een vriendelijke manier terecht wijzen en boven alles goedgezind blijven, zelfs als hij liefst de hele groep zou willen dumpen. Als er iemand ziek wordt of bestolen is en zijn paspoort kwijt is, dan is het ook aan de reisleider om die persoon terug in zijn eigen land te krijgen.
Deze recensente - ik, dus - weet waarover Wallis de Vries praat, want ik ben ook 10 jaar reisleidster geweest! Het is een zware verantwoordelijkheid, waarmee geen schatten te verdienen zijn: het dagloon is mager en de fooien zijn dat soms ook.
Waarom doen we het dan? Als je een goede groep hebt, niemand wordt bestolen of moet naar een kliniek gebracht worden en er zijn niet te veel tegenslagen, dan is het een geweldige bezigheid voor een sociaal iemand met een beetje zin voor avontuur. Het verhaal staat vol vermakelijke anekdotes over improvisatie, over de chaotische Griekse mentaliteit, over de speciale figuren die hij tegenkomt. Eén ervan is zijn chef, de man die afwisselend de Prins en de Slang genoemd wordt, omdat hij geen tegenspraak duldt en niet te vertrouwen is. De anekdote met ontevreden reizigers die in een te kleine bus worden gepropt, heb ik zelf meegemaakt. Ik kan getuigen dat de maatschappij zich verschuilt achter: "we hebben op dit moment niets beters", en dat er dreigingen aan te pas komen om de volgende dag een luxe-autocar voor de deur te krijgen. Wat hij beschrijft over de klant die op de luchthaven ontdekte dat ze haar terugvluchtticket in de emmer naast het toilet gegooid had, dat heb ik gelukkig niet meegemaakt. Elke reisleider maakt vroeg of laat een onuitstaanbare klant mee die alles beter lijkt te weten en aanvullingen roept of gewoon het woord overneemt.
Ruard last natuurlijk ook goede ervaringen in, anders was hij het niet blijven doen! Het is echt mogelijk om vrienden voor het leven te maken tijdens die ene week.
Merkwaardig in dit reisverhaal is het hoofdstuk over de onwaardige behandeling van vluchtelingen, in dit geval Iraakse Koerden, die 's nachts regelmatig vanuit Turkije koers zetten naar de Griekse eilanden. 29 van hen overleefden de overtocht niet, wat ontdekt werd op het moment dat Ruard en zijn groep in de haven arriveerden. Een woord kritiek ook over de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen in Turkije, wat de Turkse hostess verzwijgt voor de toeristen, maar aan haar collega toevertrouwt.
Het meest ironisch is wel deel II, waarin elk hoofdstuk begint met een uittreksel uit "Het handboek voor self-made hostesses". Ook Ruard wordt tijdens het uitoefenen van die job als "hostess" beschouwd. Hij moet geen reis leiden, maar de persoon zijn die je kan aanspreken in het hotel.
Sommigen die dit boek lezen, zullen ogen trekken als ze te weten komen welke bijverdiensten bestaan. Ervaren
snappen dat de reisleider niet gelijk welke souvenir-winkel of kledingzaak binnen stapt. Ruard maakt er in elk geval geen geheim van dat - zo lang de klanten niet worden opgelicht - hij er geen probleem mee had een extra centje te verdienen.
Ik wil met deze recensie aantonen dat dit boek een mengeling van humor en tragiek is. Ruard beschrijft ook zijn persoonlijke groei: hij leert al doende de kneepjes van het vak. Hij leert bovendien oprecht te houden van de Griekse samenleving vóór hij in Brussel een vaste aanstelling verwerft bij de Europese commissie. Hij vertelt hierover in de Epiloog.
Ruard Wallis de Vries is een schrijver, een journalist en EU-ambtenaar. Hij kocht, renoveerde en verkocht een handvol charmant vervallen huizen op Samos en Leros. "De actie in dit boek speelt zich af in het laatste decennium van de twintigste eeuw en het is misschien veelzeggend dat er maar weinig aanpassingen aan de tekst nodig waren." (uit Over de auteur)
reizigers zullen wel

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 57
Het verraad aan de verlichting
Pleidooi voor een nieuwe vooruitgangsbeweging
auteur: Maarten Boudry
non-fictie
uitgeverij Prometheus Amsterdam 2025
ISBN 978 90 446 5435 6
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Hoe meer de conservatieven in het Westen de waarden van vooruitgang en Verlichting omarmen, hoe argwanender de progressieven zich opstellen. Rechts is links geworden en links wordt rechts.
Het geglobaliseerde kapitalisme is een onderdrukkend systeem dat de kloof tussen arm en rijk blijft vergroten, zo zeggen degenen die zich progressief noemen. En ook is het hun overtuiging dat minder groei, meer degrowth dus, te verkiezen is boven vooruitgang, tenminste als we de wereld willen redden. Bovendien zijn racisme en seksisme in onze samenlevingen diep ingebakken, dus morele vooruitgang is een illusie.
In het overzicht van zijn boek duidt Boudry het progressieve verraad aan de verlichting aan als een soort auto-immuunziekte, die drie oorzaken heeft. Het postmodernisme is de eerste, de verdeling in (witte) onderdrukkers en (zwarte) slachtoffers is de tweede en de derde is de Grote Groene Omwenteling, die groei en moderne technologie verkettert. Eer hij deze redenen uitlegt, gaat hij in op de waarden van de Verlichting, die hij regelmatig zal herhalen: vrijheid van denken en spreken, universeel stemrecht, gelijkheid van man en vrouw, scheiding van kerk en staat, technische innovatie, materiële welstand, vrede, vertrouwen in de rede. Hij maakt korte metten met het misverstand dat de wetenschap, liberale democratie en industrialisering een West-Europese aangelegenheid was: "eerder een speling van het lot, dan een noodzaak". Evenmin is de wetenschappelijke revolutie een gevolg van de joods-christelijke westerse samenleving, omdat de religieuze autoriteiten juist hevig gekant waren tegen alles wat de Bijbel tegensprak.
Het postmodernisme streefde naar een nieuw soort verlichting, die zo onduidelijk mogelijk uiteengezet werd. Foucault zag overal de kracht van de macht, Derrida vond dat het westerse denken "een ongezonde obsessie met rationaliteit en waarheid" vertoonde. Latour is "de invloedrijkste aanhanger van dat wetenschapsrelativisme". Er volgen nog filosofen, die allemaal de drie poten onder de Verlichting probeerden uit te zagen: waarheid, rationaliteit, morele vooruitgang. Helaas - zo toont Boudry aan - bleef het niet bij wat onschadelijke postmoderne onzin: "als objectieve waarheid niet bestaat, is dat prachtig nieuws voor klimaatsceptici, antivaccinatieactivisten en creationisten."
We hebben op twee eeuwen tijd ongelooflijk veel bereikt wat betreft armoede, kindersterfte, vrijheid, democratie en toch herleiden de progressieven zowat alles tot "de simpele theorie dat de onderdrukten altijd gelijk hebben en de onderdrukkers altijd ongelijk" (George Orwell). Hieraan wijdt Boudry méér dan 120 bladzijden. De tirannie van het slachtofferschap is het hoofdstuk dat het meeste kritiek kreeg, vooral omdat hij Israël aanduidt als een liberale democratie, omringd door islamitische staten waar de sharia telt en de vrijheid van het individu beperkt is. "Hamas daarentegen is een jihadistische terreurgroep die de enige joodse staat ter wereld volledig wil vernietigen".
Boudry probeert niet te veel te schrijven over "woke", maar kan er uiteindelijk niet omheen. Hij geeft het eerder amusante voorbeeld van de actie op de campus van de universiteit Berkeley in 2016, waaruit moest blijken dat de "witten" begrepen hadden dat zij de daders waren en de "black folks" de slachtoffers.
Met de Grote Groene Omwenteling zetten de progressieven zich af tegen groei. Boudry wijst erop dat je welgesteld moet zijn, eer je je zorgen om de natuur kan veroorloven. Hij toont met vele voorbeelden aan dat je de wetenschap niet mag verhinderen te blijven zoeken naar de juiste oplossingen voor o.a. de klimaatcrisis: "Hoe meer energie, hoe beter ons leven". Petroleum redde de walvis van de ondergang, wegwerpplastic is beter voor het milieu dan katoenen tassen, lokaal voedsel kopen is soms slechter voor het klimaat dan het voedsel dat van ver komt. Ik noem maar een paar van de bevindingen, die me verbaasden.
Doorheen het hele boek vinden we voorbeelden van hoe godsdiensten, en dan vooral de christelijke, maar ook de islamitische, hun best hebben gedaan om vooruitgang en groei tegen te gaan: niet het leven op aarde is belangrijk, het gaat om het hiernamaals. Het besef van schuld en boete wordt ons in de lagere school al ingehamerd.
We moeten ons best doen om het vooruitgangsgeloof terug te vinden, zo meent Boudry, want "vele progressieven zijn ergens onderweg hun geloof in vooruitgang kwijtgeraakt." Kernenergie afwijzen is een voorbeeld van zelfsabotage. De Europese elite minacht innovatie en Europa kwijnt weg.
Je hoeft het niet eens te zijn met de tien aanbevelingen, zo betoogt de auteur, maar bij nummer 1 haken al sommigen van zijn eigen vrienden af: groei zegent alles en iedereen: "De allerbeste manier om de planeet te redden, is om iedereen zo rijk te maken als Greta Thunberg". "Ratio en wetenschap zijn nergens zo belangrijk als in de wereld van de liefdadigheid". Kies dus aan welk doel je doneert. Lees de voorstellen in het boek en denk erover na, dat is wat hij in zijn epiloog aanraadt.
Als recensent beoordeel ik wat de doelstellingen zijn van de auteur en of hij/zij een boek geschreven heeft dat die ideeën duidelijk maakt. Ik kan enkel mijn indrukken over de argumentatie en de stijl meegeven. Over de juistheid van wat en wie hij aanhaalt, betrouw ik op het omvangrijke opzoekingswerk van Boudry, wat blijkt uit de vele bladzijden Noten en literatuur die hij noteerde. Eén ding is zeker: het is helder geschreven, met humor, zonder hoogdravende of vergezochte voorbeelden. Mij heeft hij al overtuigd.
Maarten Boudry is schrijver en wetenschapsfilosoof. Hij was houder van de leerstoel Etienne Vermeersch aan de Universiteit Gent. Hij heeft zich uitgeroepen tot progressieve ecomodernist.

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 87
EEN VENETIAANS SPEL
Stad van geheimen, schimmen en de dood
auteur: Philip Gwynne Jones
fictie/ non-fictie
uitgeverij HAUN CRIME & MYSTERY 2025
ISBN 9789083402291
beoordeeld door Gerda Sterk
XXX
Het speciale aan dit boek is dat het leest als een reisgids, verpakt in een misdaadverhaal.
Enkel lezers en lezeressen die houden van een plot die uiterst traag op gang komt en een verhaal zonder noemenswaardige spanning, zullen dit graag lezen. Iedereen die verliefd is op Venetië en diens inwoners, zal met plezier de beschrijvingen erbij nemen. Nathan is de hoofdpersoon. Hij is een Brits honorair consul in Venetië. Zijn voornaamste bezigheid is Britse toeristen te helpen die bestolen zijn. De overige tijd besteedt hij aan het vertalen van voornamelijk handleidingen voor grasmaaiers. Hij heeft een weinig opwindend leven, dat plots verandert als een onbekende veel geld wil geven als hij een pakje wil bijhouden. Nathan weigert, maar het pakje belandt via een omweg toch in zijn handen. Het blijkt een mooi, oud gebedenboek te zijn, geïllustreerd door Giovanni Bellini. Is het echt of vervalst? Wat het ook is, twee broers spelen een ingewikkeld spel met het gebedenboek als inzet. Nathan wordt erin betrokken, of hij wil of niet.
Het klinkt spannender dan het is. De meerwaarde van dit werk ligt vooral in de langzame beschrijvingen van de karakters, in de spaarzame humor en natuurlijk in het dwalen door Venetië. We weten waar Nathan elke morgen zijn ontbijt neemt, wat hij bij voorkeur drinkt (te veel!), wat er voor lunch of diner geserveerd wordt, waar hij de vaporetto neemt en als hij die niet neemt over welke brug hij wandelt en langs welke kerken. Er staan talrijke Italiaanse woorden in de tekst. Bij de Nederlandse uitgave is achteraan een vertalende woordenlijst opgenomen, die je pas ziet als je de laatste bladzijde omslaat. Een klein stadsplannetje laat toe om Nathan te volgen. Behalve Venetië speelt ook de kat van Nathan een rol. De beschrijving van zijn onbetrouwbaar gedrag neemt verschillende alinea's in beslag en is humoristisch bedoeld.
Het mag duidelijk zijn dat dit verhaal niet voor iedereen meeslepend is. De Engelstalige uitgave dateert van 2019. De reacties daarop waren ofwel juichend enthousiast of het waren uitingen van diepe verveling. Aan u om te oordelen!

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 92
Oceaan
Onze laatste wildernis
auteurs: David Attenborough & Colin Butfield
non-fictie
uitgeverij Luitingh-Sijthoff 2025
ISBN 978 90 210 5342 4
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Als je eenmaal de oceaan écht hebt ontdekt,
zul je nooit meer hetzelfde naar de aarde kijken
Dat zijn de woorden van de wereldberoemde David Attenborough op de kaft. Dit laatste boek en binnenkort ook de documentaire dragen bij tot die ontdekking, vooral omdat weinigen van ons de kans krijgen om zelf de oceanen in te duiken.
Het boek liet me om de andere bladzijde grote ogen van verbazing trekken. De twee auteurs nemen ons mee door de laatste ontdekkingen van wat zich in de oceanen afspeelt, of het nu gaat om het leven van de soepschildpad, de blauwe vinvis, koraalriffen, kelpbossen of plankton. Ze maken overduidelijk dat alles wat leeft in de oceanen elkaar nodig heeft en dat wij, mensen, een goed functionerende oceaan heel hard nodig hebben.
Ik ben een fan van de natuurdocumentaires waarin David Attenborough met bedachtzame stem in goed verstaanbaar Engels commentaar geeft. Dikwijls maakt hij er een punt van om in beeld te komen naast het dier waarover hij spreekt. Het is dus logisch dat veel hoofdstukken worden ingeleid met een ervaring van hem. Hij tekent ze met D.A. Dan neemt een plejade aan wetenschappers en medewerkers het over, in eindredactie van Butfield, die ook het nawoord in februari 2025 schreef.
De hoofdgedachte is dat er de afgelopen eeuw veel ontdekt is, maar dat we nog veel te ontdekken hebben. Helaas voor het leven in het water en op het land, leven we in het antropoceen en de auteurs kunnen niet anders dan wijzen op de hebzucht van de mens, die gepaard gaat met vernielzucht. Gelukkig zijn er hoopgevende voorbeelden: wat een ramp had kunnen worden, is voornamelijk door de inzet van sommige mensen ten goede gekeerd.
Het is een leesboek en beslist geen kijkboek. Het aantal kleurrijke afbeeldingen is beperkt. Het lezen is een plezier, omdat de auteurs begrepen hebben dat mensen leven van verhalen: het is 1941 en voor een konvooi zwaar bepantserde grijze schepen in de Stille Oceaan duikt plots een blauwe vinvis op. Het dier is acht jaar oud en komt zogezegd terug te voorschijn in 2024 in Californië op 100 meter afstand van een bootje vol toeristen. Via deze verpersoonlijkte vis komen we veel te weten over blauwe vinvissen, o.a. dat ze 90 jaar kunnen worden en dat de Tweede Wereldoorlog een periode van rust was voor de oceanen en een succes voor waarneming via sonar.
Na een inleidend hoofdstuk, gaat het in Deel Twee over de oceaanwereld in al zijn aspecten. Het wordt snel duidelijk dat de naam "Aarde" verkeerd gekozen is. "Water" zou veel beter passen. Ik heb er de wereldbol bijgepakt om nog beter te kunnen volgen. Acht gebieden worden besproken: koraalriffen, diepte, open oceaan, kelpbossen, het Noordpoolgebied, mangroven, oceanische eilanden, onderzeese bergen en de Zuidelijke Oceaan. Omdat er overal nieuwe zaken ontdekt zijn, maar evengoed overal nog vraagtekens rijzen, worden vele ideeën herhaald. De klimaatverandering duikt in elk hoofdstuk op en de oproep om als verstandigste dier op aarde er iets aan te doen nu het nog kan, klinkt veelvuldig. Beseffen we dat we voor ons voortbestaan afhangen van het feit dat het fytoplankton enorme hoeveelheden koolstofdioxide aan de atmosfeer onttrekt, wat de klimaatverandering helpt vertragen? Wie wist dat het bijna uitroeien van bepaalde vissoorten, de hele wisselwerking tussen al dat leven onder water brutaal verstoorde? Dat de mens de walvissoorten bijna had uitgemoord, dat wisten we, maar de impact daarvan op het hele maritieme leven was nog niet doorgedrongen. Gelukkig werd er in 1982 een moratorium op de commerciële walvisvangst bereikt.
In elk hoofdstuk is iets dat hoop geeft. Als de inheemse Hawaïaanse bevolking hun atol in het midden van de Stille Oceaan niet had beschermd, dan was de Hawaïaanse soepschildpad in de jaren zeventig uitgestorven met onafzienbare gevolgen voor al het zeeleven ter plaatse. Dankzij de politieke inmenging van een aantal Amerikaanse presidenten, maar vooral dankzij de inzet van een zekere Aulani Wilhelm, bloeit het leven in en rond de atol weer op en zelfs sneller dan verwacht.
De wetenschap heeft ook ontdekt dat er behalve de warme golfstroom, nog veel andere stromingen bestaan, horizontaal én verticaal. We lezen hoeveel zee-leven daarvan afhangt. De onderzeese bergen en dalen zijn dieper dan ooit voor mogelijk werd gehouden: tot 10,920 meter! De keizerbaars verzamelt zich in scholen op diepten van 180 tot 1800 meter. Veel leven bloeit zonder zonlicht en het is voor wetenschappers overduidelijk dat er nog veel te ontdekken valt.
Het is te hopen dat dit boek de mentaliteit van de mensen verandert als ze beseffen hoe belangrijk de oceanen zijn. Het feit dat plastic overal ter wereld in de magen van vissen en zoogdieren wordt aangetroffen, dat ronddrijvende kapotte visnetten voor dood en verderf zorgen, dat vissen met verzwaarde sleepnetten ( boomkorvisserij) enorme verwoestingen aanricht, dat de ontlasting van walvissen een belangrijk onderdeel is in het tot stand komen van het voedsel van zeedieren, dat een dode walvis voedsel is voor een grote massa dieren, dat het een ramp zou zijn als de diepzee zou ontgonnen worden om dure aardmetalen boven te halen, enzovoort...
Sir David Frederick Attenborough is een van de meest invloedrijke en bewonderde sterren van de Britse televisie. Zijn carrière omspant meer dan zeventig jaar.
Colin Butfield is medeoprichter van Open Planet Studios, de productiemaatschappij achter veel baanbrekende natuurdocumentaires.
De documentaire "Ocean with David Attenborough" is op Disney, National Geographic, te zien vanaf 8 juni 2025.

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 85
Voor jou en jou alleen
SHAKESPEARE DE SONNETTEN
VERTAALD DOOR FRANS VAN DEURSEN
copyright 2025 Vertaling: Frans van Deursen
poëzie
uitgeverij Van Oorschot 2025
Beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
De acteur en schrijver, Frans van Deursen, vertaalde 154 sonnetten van Shakespeare met respect voor vorm en inhoud van het origineel.
De kaft vermeldt dat hij eraan begon met "een gezonde dosis overmoed" en dat kan niet anders! Wie haalt het in zijn hoofd de beroemdste schrijver ter wereld opnieuw te vertalen? Het is al niet eenvoudig om de inhoud getrouw weer te geven in een toegankelijk hedendaags Nederlands, maar dat hij ook nog metrum en rijm van het sonnet kon behouden, dat is andere koek! Het resultaat is prachtig.
Ik geef een voorbeeld uit sonnet 54:
The rose looks fair, but fairer we it deem
For that sweet odour which doth in it live...
De roos is mooi, maar wordt nog mooier door
de zoete geurigheid die in hem leeft....
of sonnet 137:
Thou blind fool, Love, what dost thou to mine eyes,
That they behold, and see not what they see?
Wat, blinde liefde, doe je met mijn zicht?
Mijn ogen nemen alles anders waar.
De vertaler heeft de nummers van de Engelse bard behouden, maar een indeling gemaakt die ik niet in The complete Works terugvind. Zo vind je sonnet 54 onder "Gekerfd, gebutst" en 137 onder "Mijn zieke muze". Bij "Ik denk je mooi", vinden we woorden van een verliefd man:
Mijn oog keek als een kunstenaar en heeft
mijn hart beschilderd met jouw zoet portret...
terwijl we bij "Schraal bewijs van trouw" bekentenissen van ontrouw vinden, maar dan poëtisch verwoord:
...mezelf besmeurd, mijn grootste goed verkocht;
macht der gewoonte in een ander bed.
Ik geef het toe, mijn miskleun met de deugd
is raar tweeslachtig, maar, mijn hart, ik zweer:...
en dan volgt een vreemde bekentenis waaruit zijn liefde voor de aangesprokene moet blijken!
Dit mooie, stevig ingebonden boekje mag in een poëzieverzameling niet ontbreken.