De beste verhalen van Sherlock Holmes, gekozen en geannoteerd door Jean Paul
Van Bendegem, Johan Braeckman en Don Vitalski
auteur: Sir Arthur Conan Doyle
fictie en non-fictie
uitgeverij Houtekiet 2024
ISBN 978 90 5240 936 8
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Weet je wat een Sherlockian is? Als je dit boek gelezen hebt, ben je er misschien zelf
een geworden, samen met de drie BV's die uit het oeuvre van Conan Doyle zes
verhalen kozen, waarin Sherlock Holmes de hoofdrol speelt.
Ik was een gewone Sherlock Holmes fan, maar nu noem ik mezelf een Sherlockian,
want de vele bladzijden met annotaties boeiden me evenzeer als de verhalen zelf.
De klassieke verhalen lezen we op de linker bladzijde, terwijl we op de rechter
bladzijde de inzichten van de drie "annotators" vinden. Daar staan uiteenlopende
inlichtingen: het stratenplan van Londen, of dat men in Conan Doyles tijd in
frenologie en in fysionomie geloofde, wanneer en door wie de speciale hoed en de
eeuwige kromme pijp geïntroduceerd werden, dat de auteur zelf hoe langer hoe meer
in spiritualisme opging en zelfs het bestaan van elfjes niet uitsloot, maar dat zijn
hoofdfiguur "de voeten op de grond houdt". Het drietal spoort fouten op, geeft
commentaar op wat ze lezen, bejubelt de manier waarop Conan Doyle de spanning

erin houdt, geeft voorbeelden van Britse humor (understatement bv.), maar ook de
passages waaruit zijn Victoriaanse racisme blijkt. Een Sherlockian is zelf een
speurder. Ik geef één voorbeeld: bestaat er een graaf van Maynooth, zoals C. Doyle
schrijft? Neen, maar wel een kasteel met die naam in Ierland, waar de Earls van
Kildare woonden. De adepten van de canon (56 "officiële" verhalen en vier novelles)
helpen elkaar wereldwijd (zie de beknopte biografie)
De drie annotators geven niet prijs wie wat opzocht. Als lezer vermoed je wel dat
wiskundige problemen door Van Bendegem ontrafeld worden, de filosofische kanten
door Braeckman belicht zijn en dat een meer volkse taal, zoals "brandewijn door de
strot kappen",van Vitalski komt, maar ik kan het helemaal mis hebben! De annotaties
gaan in de eerste plaats over feiten, maar regelmatig duikt er relativerende humor op
en slepen de drie je mee, zodat je je even niet meer realiseert dat je mee in de fictie
duikt. Holmes was een meester in het zich vermommen, dus het is geen wonder dat
er een volledige bladzijde toelichting aan gewijd wordt. Dat hij zichzelf onfeilbaar
vond en vooral van Watson verwacht dat die zijn ondergeschikte positie aanvaardt,
ook dat duikt regelmatig op.
Het boek begint met het levensverhaal van Conan Doyle. Wist iemand dat hij een
fervent avonturier was, een scheepsarts, een bokser, een roekeloze autochauffeur !?
Ik wist wél dat hij in spiritisme geloofde. Ik heb op de Roraima hoogvlakte in
Venezuela even rondgekeken, want volgens Doyle zouden er nog dino's leven. Dat
geloof vormde de aanzet voor zijn beroemde boek: "The Lost World". Behalve een
griezelig grote spin, ben ik (gelukkig) geen elders uitgestorven dieren
tegengekomen.
Fans van Sherlock Holmes zijn verplicht dit boek te lezen, want wat ze hier te weten
komen, vinden ze nergens anders. Als je uitsluitend een goed Holmes-verhaal wil
lezen, leiden de annotaties af. Je moet telkens uit het verhaal stappen en laten
doordringen wat de drie annotators schrijven.
De mooie, oude zwart-wit tekeningen houden de lezer mee in de stemming.