Van Pesthuis naar kazerne en van pastoorstuin naar rijbaan, een verkenning van het Hollainhof en de Arena Van Vletingen, ingericht door de Heemkundige Kring De Oost-Oudburg vzw (Sint-Amandsberg) op zaterdag 16 maart 2024 met als gids Paul Oyen.

De afgesproken plaats om de geplande wandeling te beginnen was de Pomp van 't Zand aan de Brusselsepoortstraat te Gent. Uiteraard begon de gids Paul Oyen zijn leerrijke wandeling met de historiek van dit beschermd erfgoed uit 1835 en de noodzaak om daar zuiver water te kunnen halen. 

Het onderwerp zelf van de wandeling betrof het feit dat in de stad Gent eeuwenlang militairen verbleven en hun belangrijkste verblijfplaats enigszins nog te herkennen valt, namelijk het Hollainhof en de Arena van Vletingen. Op de plaats waar vroeger het Hollainhof (kazerne) was staan nu de huizen van een sociale wijk, zo gepland rond een binnenruimte, vergelijkend met de binnenplaats van de vroegere cavaleriekazerne.
  
Aanvankelijk was daar in de 17de eeuw een pesthuis, waar de zieken naar toe gebracht werden. Later evolueerde dat naar een huis waar de gewonde soldaten voor verzorging naar toe werden gebracht en zo bleef het in militaire handen.
Daar de vroegere rijbaan adjudant van Vletingen maar beperkt uren open is trokken we met de groep eerst naar daar. Terwijl een groep meisjes van de turnclub Forza Ritmica lenig aan het oefenen waren, konden we vanop de tribune de constructie van het neoromaanse gebouw bewonderen. Het is een ontwerp van de Gentse architect Lodewijk Roelandt en gebouwd ten behoeve van de cavaleriekazerne. Daarvoor werd de tuin van de pastorie bij het Klein Begijnhof ingepalmd.

Om stil van te worden, het gietijzeren dakgebinte met spanten die aanzetten vanop de begane grond, de gigantisch grote binnenruimte met in gedachte de woorden van de gids volgend: de dressuur, de dagelijkse rijoefeningen, de opleidingen om met paarden om te gaan, niet in één dag of maand, dagelijks oefenen. Zoals de gids zei, niet alleen de gebouwen zijn belangrijk, maar hoe de sfeer was, de broederschap, de dagelijkse gewoonten, het omgaan met de paarden, de soorten paardengang, soorten zadels... dit leer je kennen door verhalen, anecdotes, foto's en brieven van de militairen zelf die er jaren verbleven. Onder de paarden was een onderscheid. Het paardenras om de kanonnen te trekken was een zwaardere soort dan die voor de officieren en de doorgaanse soldaat van de cavalerie. Bijhorende foto's werden getoond. 

We keerden terug naar de vroegere kazerneplaats, waar de rennende houten paarden, de Wild horses, op de middenruimte ons herinneren dat het een 'cavalerie'kazerne betrof. We bleven nog even stilstaan bij de bebouwing aan de Brusselsepoortstraat, waarvan één opviel door zijn exclusief uitzicht (eethuis De Fobie), destijds een winkel waar o.a. zadels en ander ruitergerief werden verkocht. Een ander gebouw dat opviel was het classicistische herenhuis, van afbraak gered, die gebouwd werd op de plaats waar in 1784 het Sint-Machariuspesthuis werd afgebroken en waar achteraan aangebouwd de nog de typisch contouren van de ingang van een koetshuis konden worden waargenomen. Het is het enige overblijfsel van de cavaleriekazerne, die na WO I de naam kreeg van een gesneuvelde officier commandant Alphonse jonkheer de Hollain.

Bij het onderwerp van de uiteenzetting van de gids hoorden ook, we mogen er niet over zwijgen, de beide wereldoorlogen, waarvan we nog steeds de gesneuvelde soldaten eren. Een herinnering daar ter plaatse bevindt zich aan de oostelijke muur van het binnenplein, een gedenksteen voor de gesneuvelde soldaten van de Artillerie van WO I en WO II. Eén keer per jaar komt nog steeds een delegatie van de Fraternelle Royale du Premier Régiment d' 

Bekijk de foto slidehow van Luc Van Vreckem: