
- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 238
Godvergeten
misbruik in de Kerk
Auteur Rik Devillé
Categorie non-fictie
Uitgeverij EPO vzw 2023
ISBN 978 94 6267 468 4
Beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Wie dit boek vastpakt, weet dat het geen ontspannende lectuur is. Het is schokkend en toch zou het om de paar maanden in de aandacht moeten komen. Als je de tv-uitzending gezien hebt, dan besef je dat de slachtoffers groot onrecht werd/wordt aangedaan en dat de Kerk - heel hypocriet - de totale impact daarvan nog altijd ontkent.
Meer dan honderd getuigenissen van overlevers tonen ons in het eerste deel van het boek hoe erg het aangedane leed was en is. "Rik Devillé hangt al dertig jaar aan de alarmbel, terwijl bisschoppen en andere kerkelijke oversten doen alsof ze niet wisten waar de klepel hing" (Ingrid Schildermans, redactrice Canvas, VRT, in haar inleiding).
Relatietje
Elk verhaal is schrijnend en een aanklacht tegen een scheefgegroeid kerksysteem. Devillé raadt in zijn inleiding aan om maar één verhaal per dag te lezen, omdat elk getuigenis je aangrijpt. Sommigen schrijven onder eigen naam, anderen willen anoniem blijven. "Elk misbruikverhaal heeft vele facetten. In de meeste getuigenissen wordt maar één aspect belicht". Het verhaal van Piet is een uitzondering: hij vertelt over misbruik in de jaren 80, over lichamelijke mishandeling, over hoe hij thuis niet geloofd werd, hoe beschaamd hij was en hoe lang het duurde eer hij het vertelde aan zijn vrouw. Pas toen hij op VT4 Roger Vangheluwe hoorde spreken over "zijn relatietje met zijn neef",werd hij razend en besloot zich te laten ontdopen en pas veel later om met het misbruik naar buiten te komen.
Het verhaal van Bart knijpt je de keel toe. Hij kan zelfs de naam "broeders van liefde" niet meer met een hoofdletter schrijven. Hij heeft twee maal geprobeerd zelfmoord te plegen en weet van verschillende andere misbruikte kinderen die als volwassenen niet meer met het trauma konden leven en uit het leven stapten.
Manu Keirse is geen slachtoffer, hij is klinisch psycholoog. Ook hij doet zijn verhaal. In 2010 kreeg hij een telefoon van de Belgische Bisschoppen en sindsdien kwam hij in aanraking met "het enorme leed en langdurig verborgen verdriet van veel mensen". Hij doet zijn best om ook de daders menselijke kanten te geven en het geloof los te zien van de schuldige vertegenwoordigers van de kerk. Hij heeft geprobeerd een bijdrage te leveren aan een herstelbeleid van de kerk. Boven alles kiest hij de kant van de mens die lijdt. R. Landuyt (in 2010 parlementslid) heeft geijverd voor erkenning, iets waar de slachtoffers - die intussen soms 50 jaar en ouder zijn - hun hele leven naar gezocht hebben. Zijn bijdrage wordt onmiddellijk gevolgd door het getuigenis van Lutgarde, die op 63-jarige leeftijd eindelijk aangifte van misbruik doet en zich goed voelt dat ze haar schaamte opzij gezet heeft en de pastoor aanklaagt die haar op 8-jarige leeftijd in de sacristie misbruikte.
Werkgroep Mensenrechten in de Kerk (WMK)
Op p. 282 schrijft Devillé: "Honderd getuigenissen heb je overleefd en toch is nog geen tien procent gezegd of uitgeschreven". Het WMK kreeg niet minder dan 1148 klachten van seksueel misbruik sinds haar ontstaan in 1992 tot 2019. "Eén ding is duidelijk: voor wie blijft zwijgen is de kwelling levenslang".
Klachten rond machtsmisbruik komen in het tweede deel van dit boek aan bod: van financieel misbruik tot ontslag van leerkrachten bij scheiding of "foute" geaardheid. Zelfs Vlaamsgezindheid kon ervoor zorgen dat de (onder)pastoor tegen zijn zin naar Frankrijk of Wallonië gestuurd werd.
Het gaat om de slachtoffers
Devillé begint in deel 2 zijn overzicht van de misbruikproblematiek in de Kerk in 1992. Toen al aanhoorde hij geruime tijd klachten van slachtoffers en schrijft hij zijn eerste boek "De laatste Dictatuur". Dat wordt hem niet in dank afgenomen, het wordt "vitriool" en een "geheim complot" genoemd. Toch wordt WMK opgericht. We volgen de strijd van Rik Devillé door de jaren heen tot 2019. Het eindigt met de prachtige woorden van Linda Opdebeeck (een slachtoffer) in de basiliek van Koekelberg op 8 april 2017.
In Perspectiefwissel kijkt de auteur in de toekomst: belooft het onder paus Franciscus beter te worden? Hij betwijfelt het: "Vangheluwe en zovele honderdduizenden bij naam gekende daders zijn nog steeds niet door Rome gestraft". Hij bedenkt dat een kerk zonder priesters minder hiërarchisch zou worden, beter zelfs, meer verbindend, meer in de lijn van Jezus, de Man uit Nazareth.
Het tweede deel alleen al is de aanschaf van dit boek waard en verdient het om in alle openbare instellingen ter inzage te blijven liggen. We lezen wat de kerk als instelling zelf zou moeten veranderen. Wat zijn de vragen waarop de slachtoffers nog altijd een antwoord willen horen? Welke symptomen moeten we in het oog houden om kindermisbruik vroeg te ontdekken? Waarom we moeten waakzaam blijven, ook naar hulpverlening toe? Wat moeten de wegen naar herstel inhouden? Wat is het Godsmisbruik?
Een interview in The Boston Globe herstelt het imago van Godfried Danneels enigszins.
Godvergeten eisen
Met Ingrid Schildermans en Ibbe Daniëls werkte hij mee aan het VRT-programma "Godvergeten", dat in 2023 heel Vlaanderen schokte. Zij hadden zijn boek "In naam van de Vader. Misbruik in de Kerk" (uitgegeven in 2019), als uitgangspunt gebruikt. We lezen wat er sindsdien wel veranderde en wat niet. Vooral dat laatste is wraakroepend en diep-ergerlijk.
Lees het boek dat een herwerking en aanvulling is van het boek uit 2019. Lees de schrijnende getuigenissen, lees over de hypocrisie van de kerk en het zou verwonderlijk zijn, als u - zoals Rik Devillé zelf - het geloof in de god van het christendom kan behouden.
Een kleine opmerking: hij zou Moeder Teresa beter niet citeren als goed voorbeeld, maar eerder als voorbeeld van machtsmisbruik. Lees Christopher Hitchens "De missionaris positie. De mythe van Moeder Teresa ontkracht", (ook uitgegeven bij EPO). Zij misbruikte haar macht om geld te verdienen als een echte expert van de hypocriete PR-machine van de katholieke kerk. De vele donaties besteedde ze vrijwel nooit aan goede werken voor arme mensen.

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 395
Het gender-experiment
Hoe maakbaar is onze identiteit als M/V/X?
auteur: Martin Halaar (red.)
non-fictie
uitgeverij Gompel & Svacina 2024
ISBN 978-94-6371-485-3
D/2023/14.401/69
NUR 741
beoordeeld door Gerda Sterk
Genderdysforie, transmannen, transfoob, genderidentiteitstheorie, in transitie
gaan, transgenderzorg, genderexpressie, gendernormen, transvrouwen,
transactivisten... de rij is nog niet af. Ik ben er zeker van dat u, lezer(es), die
woorden 15 jaar geleden niet kende. We waren toen net gewend aan het feit dat
homoseksuele mannen en vrouwen geen zieke mensen waren, dat ze niet meer
veroordeeld werden door de wet en dat enkel een godsdienst die 600 jaar achter
staat op de christelijke, namelijk de islam, homofielen nog ter dood
veroordeelt.
Vervolgens spraken we van LGB, dan van LGBT en tenslotte is het voluit
LGBTIQA+ , waarbij het + teken duidt op "alle andere seksuele oriëntaties,
genders en geslachten die niet onder de andere letters vallen" (website). Als je
dus de biologische twee seksen man/vrouw loslaat en de 0,0018 %
interseksmensen buiten beschouwing laat, zijn er dus - vrij plotseling - vele
jonge mensen die tot het besef komen dat ze niet thuishoren in het lichaam met
die bepaalde seksekenmerken waarmee ze zijn geboren. Is dat een gevoel en
vooral is dat een maakbaar gevoel? Word je ermee geboren? Wordt het je
aangepraat? Als het besef dat je in het verkeerde lichaam zit je ondraaglijk
lijden bezorgt, is dat dan de enige reden of spelen er andere lichamelijke en/of
psychische aandoeningen mee? Is een transitie de beste oplossing? Als een man
in de gevangenis plots ontdekt dat hij zich een vrouw voelt, wordt hij dan
overgeplaatst naar de vrouwengevangenis? (ja, dus! Dat gebeurde in de VS
rond 2015 met ene Demi(trius), die vervolgens twee vrouwen zwanger maakte.
p. 83)
Martin Harlaar is een Nederlands historicus. Hij schreef al eerder een boek
over woke. Hij levert zelf een aantal bijdragen, maar laat vooral een 15-tal
mensen aan het woord. Ze ontkennen niet dat er de laatste jaren een ongeziene
toename is van mensen met genderdysforie, maar over de oorzaken en nog
méér over de behandeling ervan verschillen ze van mening en die mening
vond/vindt weerklank bij de transactivisten.
Dokters Marleen Finoulst en Patrik Vankrunkelsven werden als transfoben
bestempeld, enkel omdat ze de behandeling van jongeren met
puberteitsremmers in vraag stellen. In hun bijdrage leggen ze uit dat het
toedienen van deze puberteitsremmers niet zoiets is als een "pauzeknop"
aanzetten, zodat de jongere zich even kan bezinnen. Neen, in 90 % van de
gevallen wordt de behandeling gevolgd door een transaffirmatieve behandeling
met hormonen en later met chirurgie. Zij noemen het onverbloemd "een
chemische castratie".We lezen dat de puberteitsremmers wél goed zijn voor de
behandeling van bv. pubertas praecox, maar dat de gunstige effecten op langere
termijn voor genderdysfore personen niet wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Er is ook "de verontrustende vaststelling dat er een grote overlap is tussen
genderdysforie en mentale problemen, waaronder autisme, ADHD,
angststoornissen en andere psychiatrische diagnosen,..." (p. 64).
Kinderpsychiater Duchêne treedt dit standpunt bij en benadrukt ook de impact
van sociale netwerken. Griet De Cuypere daarentegen is psychiater en
behandelt in haar praktijk jongeren die lijden onder genderdysforie. Zij houdt
zich eerder op de vlakte: ze geeft een aantal hypotheses, o.a. dat we niet
genderneutraal geboren worden en dat opvoeding niet de hoofdoorzaak van
genderdysforie is. Wat de behandeling betreft gaf ze in een debat in Gent aan
dat ze liever puberteitsremmers voorschrijft dan wat ze noemt "niets doen". Ze
vond de titel van het boek ook totaal verkeerd omwille van de negatieve
connotatie.
Griet Vandermassen interviewde Buck Angel, een transman, en Elie
Vandenbussche, een detransitioner vrouw die zich tot man had laten
omvormen, er spijt van kreeg, maar niet meer terug kon.
Zeker interessant is de bijdrage van Joris Praet, een zelfstandig advocaat, die
al in de kleuterklas liever met meisjes speelde en na jaren van groeiende twijfel
en zelfhaat eindelijk op zijn 25ste uit de kast kwam. Hij schrijft: "Ik ben
'homoseksueel'. Dat is geen identiteit. Dat is een biologische realiteit." (p.128).
Hij is kritisch voor de erg brede definities van wat een transgender is, omdat
die soms indruisen tegen de logica. Als seksuele geaardheid terug te brengen is
tot een 'innerlijk gevoel' en 'rollenpatronen', hoe ver zijn we dan nog verwijderd
van het seksistische en homofobe gedachtegoed van vóór de seksuele
revolutie?"(p.131). Zijn bijdrage "is een pleidooi om, vanuit de LGBTQIA+
organisaties, aan kritische introspectie te doen."
Frans de Waal, de bekende primatoloog, schreef over deze kwestie in zijn
boek "Anders. Gender door de ogen van een primatoloog". De kwestie van de
genderverschillen maken altijd een hoop gevoelens los. Als primatoloog
spreekt hij geen oordeel uit over gedrag of de wenselijkheid ervan, hij vraagt
zich vooral af waarom de natuur op een bepaalde manier werkt.
Kersten beschrijft "De Nederlandse transgenderwetgeving in vogelvlucht". Dit
is geen meeslepend verhaal, maar het toont overduidelijk aan hoe de
maatschappij reageerde en blijft reageren op de genderverschillen. De laatste
getuigenis laat je niet onberoerd: het verhaal van ouders van een
transgenderkind. Windels zag duidelijk hoe hun dochter meegesleept werd
door online transpropaganda.
Elke bijdrage bevat interessante gegevens, het is niet mogelijk om ze elk apart
te bespreken. Het gender-experiment lijkt me een belangrijk boek dat door
transactivisten misschien transfoob genoemd zal worden. Ik ben benieuwd of
ze er in hun websites naar zullen verwijzen, want ze staan niet bekend om hun
onbevooroordeelde, kritische houding. Ook cis-mensen (!) moeten het lezen.
De levens en het welzijn van talrijke kinderen, pubers en adolescenten zijn te
belangrijk om te negeren en het onderwerp wordt bovendien wereldwijd met de
dag actueler.

- Gegevens
- Geschreven door: Cultuur Nieuws
- Categorie: Recensies
- Hits: 353
Paul Cobbaert van de Zondagskrant heeft boeiend gesprek met politica Els Ampe.
Els Ampe neemt geen blad voor de mond als het democratisch denken in het gedrang komt.
Zij heeft zelfs haar partijkaart ingeleverd bij de Open-Vld, omdat de aanstellingen aldaar selectief en ondemocratisch gebeuren.
Met de kersverse partij "VOOR U" wil ze het verschil gaan maken voor de burger.
De link stuurt u naar een artikel uit de Zondagkrant die een openbaring en verluchting is in deze donkere tijden.
Een goed Bestuur helpt mee aan onze Cultuur.
Link interview de Zondag: https://www.dezondag.be/actua/politiek/elsampe21012024/
Volg de partij op FB : https://www.facebook.com/stemvooru
Of rechtstreek via de website: https://www.vooru.be

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 404
De Fake News Files: Onthullingen van een Bullshit Detective
Auteur: Maarten Schenk
Non-Fiction
Uitgeverij: Lannoo
ISBN: 978 94 0147 686 7
Beoordeeld door: Joris De Draeck, Onafhankelijk Journalist
“Vals nieuws” werd één van de meest populaire verwijten van de afgelopen jaren. Het zoeken naar duiding over wat het is en waar het vandaan komt, is noodzakelijk. Immers, indien we bepaalde berichten te snel als “vals nieuws” zouden bestempelen dan kan dat perspluraliteit in gedrang brengen en die is noodzakelijk in een democratie. Positie en oppositie moeten met elkaar in conflict.
De auteur Maarten Schenk is de oprichter van Lead Stories, één van de vele (Westerse) fact checkers die door allerlei tech-giganten aangesproken werden om berichten te verifiëren. Hij kreeg eveneens de Zesde Vijs van SKEPP, een organisatie die als doel heeft feit van fictie te onderscheiden. Indien iemand weet hoe de vork in de steel zit, dan moet hij het zijn.
De inleiding
Je zou verwachten dat de introductie tot dit geladen onderwerp een omkadering zou inhouden: een duiding bijvoorbeeld van hoe “vals nieuws” populair wordt samen met een definitie ervan. Spijtig genoeg gebeurt dat niet. De eerste pagina’s van het boek staan bol van de eerste-persoonsvorm (“ik” wordt niet minder dan 8 keer herhaald in de eerste vier zinnen) en een herhaling van de woorden “straffe verhalen” die de auteur zelf zo beschrijft gezien hij ze zelf meemaakte.
De achterflap van dit boek meldt Lead Stories duidelijk, dus is het gepast dat het eerste voorbeeld van een viraal gegane fact check aangehaald wordt; die ging over de vermeende dood van “Slim Jesus”. Naar alle waarschijnlijk is dat niet iemand die gekend is bij de lezers van Schenk’s boek. Dat is logisch ook: die eerste fact check is immers enkel maar te duiden als “hoegenaamd niet relevant op het wereldtoneel”.
Pas in het vierde hoofdstuk krijgen we enige achtergrond hoewel de titel van het hoofdstuk “Trump vs. Clinton” de lading niet dekt. Schenk gaat dieper in op hoe websites, kliks en advertenties in verhouding staan met adverteerders en sociale media. Is het boek vertrokken?
Waarom het boek interessant is…
In zekere zin wel. Schenk legt uit hoe de voornoemde variabelen in de loop van het laatste decennium interageerden en hoe technologie – zoals zijn eigen Trendolizer - gebruikt werd (en wordt) om viraal-gaande berichten snel te identificeren. Die blik achter de schermen is relevant: het laat de lezer immers toe om zich een idee te vormen van (a) hoe de huidige journalistieke wereld “nieuws” traceert en verzamelt, en (b) hoe de internettechnologie op zich in staat is om viraal-gaande berichten nagenoeg binnen het uur te ontdekken. Schenk gebruikt daarvoor de nodige anekdotes van viraal gegaan nepnieuws en deelt ons zijn ervaringen met enkele individuen die dat nepnieuws, uit winstbejag, actief creëren en creëerden.
De voorbeelden variëren: een zekere Christopher Blair komt aan bod die door sommigen als de “uitvinder van vals nieuws” bekeken wordt. Een andere genaamd Paul Horner verspreidde bijvoorbeeld het bericht dat hij Banksy ontmaskerd had. Akesse Sanza is een Ghanees entrepreneur die centen verdiende met het creëren en verspreiden van nepnieuws, terwijl de “Macedonische tieners” bijna als rode draad door het boek herhaald worden. En toch schort er iets aan het boek of aan mijn verwachtingen ervan. Mogelijk wordt dat ingelost wanneer de meer heikele onderwerpen zoals Trump, BLM of Covid worden aangehaald want, voor de meesten, lijkt dat het moment geweest te zijn wanneer “vals nieuws” op de radar verscheen; een observatie die je kan nagaan met Google Trending…
Waar het boek tekort schiet…
De beslissing van wat “vals nieuws” is of niet is, is maatschappelijk relevant wanneer het de écht grote vraagstukken van deze tijd behandelt. De problemen met een wereldwijde impact zoals Covid, Trump, de op nieuwe technologie gebaseerde vaccins, de presidentiële verkiezingen van 2020, de impact van BLM (Black Lives Matter) enz. Het is hier dat Schenk carrément de kant kiest van de gevestigde orde die de laatste jaren nogal graag het begrip “consensus” hanteert om dissidente stemmen te discrediteren – zoals alle fact checkers deden en doen. En, hoe je het ook draait of keert, bij al die onderwerpen zijn zéér terecht vragen te stellen terwijl Schenk in zijn boek anekdotes gebruikt die eerder kleinschalig te noemen zijn (hoewel ze wél een impact kunnen gehad hebben op een beperkte groep hoor; daar niet van).
Een open discussie in onze samenleving van die grote onderwerpen is hoogstnoodzakelijk. Bij gebrek eraan zou de politiek immers beslissingen kunnen nemen die in lijn zijn met de publieke opinie. Indien die publieke opinie slechts gevormd wordt op basis van eenzijdige informatie omdat fact checkers de fout zouden maken iets te snel als “nep” te bestempelen, dan zit onze maatschappij met een probleem. Schenk gaat deze confrontatie echter niet aan.
Conclusie
Maarten Schenk’s boek is interessant indien je wil weten hoe de fact checkers tot de onderwerpen komen die viraal gaan, welke technologie ze ervoor gebruiken en hoe de “fact check” netwerken geïntegreerd werden met “big tech”. Aan de hand van zijn ervaring beschrijft de auteur zijn persoonlijke verhaal van ongekende nerd tot enigszins bekende speler als detective van “bullshit” zoals hij zelf in de titel schrijft. Mij gaat dat echter niet ver genoeg.
De controversiële onderwerpen blijven grotendeels buiten schot hoewel enkele hoofdstukken de titel dragen. Ze worden aangekaart met de stelligheid die we gewoon zijn geworden: Trump is slecht, covid is apocalyptisch zonder de vaccins, BLM betekende enkel een spontaan optreden tegen racisme en de verkiezingen van 2020 waren legitiem. Misschien was mijn verwachting te hoog en / of te vooringenomen als onafhankelijk journalist die zich niet van de indruk kan ontdoen dat er bij die zware onderwerpen zéér terechte vragen kunnen gesteld worden die door “fact checkers” steevast en bijna vanzelfsprekend naar de prullenmand verwezen worden.
De Fake News Files is eerder luchtig en zelfingenomen, geschreven door een man die zijn roeping (en inkomen) duidelijk gevonden heeft. Een ethisch-filosofische benadering van voor en tegens van “fact checkers” is het geenszins wat ook blijkt uit de observatie dat niet één van zijn anekdotes gaat over fouten die ze, statistisch gezien, ongetwijfeld maken. Zelfs een grote redactie moet af en toe correcties schrijven. Dat gebeurt hier niet.
Joris De Draeck

- Gegevens
- Geschreven door: Didier (De Wever)
- Categorie: Recensies
- Hits: 383
de patroonzoekers
een nieuwe theorie over de menselijke vindingrijkheid
auteur Simon Baron-Cohen
categorie non-fictie
uitgeverij Nieuwezijds 2022
ISBN 978 90 5712 566 9
beoordeeld door Gerda Sterk
XXXXX
Soms zijn het de mensen bij wie niemand zich iets voorstelde die dingen doen die niemand zich kon voorstellen (Alan Turing. The Imitation Game)
De Engelse titel toont waar het de auteur om te doen is: The Pattern Seekers. How Autism Drives Human Invention. (2020) De Nederlandse vertaling heeft het onderwerp breder opengetrokken.
Opgedragen aan autistische mensen
Dat is de opdracht op de eerste bladzijden van het boek. Baron-Cohen zal proberen aan te tonen hoe belangrijk de mensen met deze "afwijking" waren voor de vooruitgang van de wereld en hij pleit voortdurend voor méér begrip en vooral waardering voor autisten vandaag.
Thomas Edison is een hypersystemiseerder
De uitvinder van o.a. de gloeilamp had alle kenmerken van autisme. Zijn sociale vaardigheden waren gebrekkig, maar overal speurde hij naar patronen en systemen. Als kind al voerde hij obsessief experimenten uit en hij stopte nooit. De auteur voert hem dikwijls op als voorbeeld, al is niet bekend of hij inderdaad autisme had.
Het systemiseermechanisme
70.000 tot 100.000 jaar geleden ontwikkelde zich in ons brein het systemiseermechanisme dat gestuurd wordt door als-en-dan patronen. Daarmee sloeg Homo Sapiens een andere weg in dan de rest van de dierenwereld, veroverde de aarde en is zelfs nu in staat om die aarde met bijna al wat erop leeft te verwoesten. De mens stelt zich vragen, formuleert een hypothese en toetst die aan de werkelijkheid door herhaaldelijk experimenteren. Als er een patroon gevonden wordt, wijzigt hij/zij het en toetst het in in een cyclus. Kort gezegd: observeren, modelleren, experimenteren.
Waarom apen niet skateboarden
Zo werkt wetenschap, zo worden uitvindingen gedaan, zo vinden we nieuwe en betere medicijnen. Herhaaldelijk vergelijkt Baron-Cohen de Homo Sapiens met zijn voorgangers en met andere dieren. En ja, dieren bouwen kunstige nesten maar die zullen ze nooit veranderen. Apen gebruiken werktuigen. Per toeval ontdekten ze de mogelijkheden van een steen of een tak, gaven die kennis zelfs door aan nakomelingen, maar kwamen nooit op het idee om dat werktuig te verbeteren. De auteur staaft zijn beweringen met onderzoek en met vermelding van de vorsers die het ontdekten.
Revolutie in het brein
Het gebruik van taal en de mogelijkheid om je in te beelden wat er in het hoofd van je medemens omgaat, betekende een enorme stap voorwaarts in de evolutie van de mensachtige. In deze hoofdstukken overloopt de schrijver de geschiedenis van drie van onze voorouders en vindt nergens de aandrang tot experimenteren. Homo Sapiens begon ergens tussen 70.000 en 100.000 jaar geleden te experimenteren en zaken uit te vinden. Archeologen vinden overal aanwijzingen: gravures, kralen, pijl-en-boog.
Neig je tot systemiseren of empathiseer je méér?
Hij legt uit welke twee grote persoonlijkheidskenmerken hij ziet en geeft op het einde twee vragenlijsten waaruit je kan opmaken waar jij zelf zit. Dan kan je je breintype berekenen. Als je een hoog systemiseerquotiënt hebt, loont het de moeite om ook je autismespectrum te onderzoeken in bijlage 2.
Lezen?
Het bovenstaande klinkt misschien theoretisch en saai, maar dat komt omdat Baron-Cohen het veel beter kan uitleggen dan ik! Hij gebruikt toegankelijke taal, soms humor, schematische voorstellingen en veel voorbeelden van alledaagse gebeurtenissen die hij ontleedt.
De vertaler gebruikt voor "systemizer" de vertaling "systemiseerder" en niet "systematiseerder". Dat woord en afgeleiden worden 'tig keren gebruikt, wat mij telkens een seconde kostte om het (in gedachten) te lezen! Er worden regelmatig inzichten herhaald, wat sommigen overbodig zullen vinden, maar ze duiken telkens in een andere context op, zodat het verhelderend werkt.
Het laatste hoofdstuk wijdt hij expliciet aan het "cultiveren" van de uitvinders van de toekomst, m.a.w. het is hoog tijd dat we mensen met het autismespectrum waarderen voor wie ze zijn. Misschien hebben ze nul sociale vaardigheden, maar hun systemiseermechanisme of patroonzoeken is van onschatbare waarde. Dikwijls vinden ze geen werk omdat hun gaven niet worden herkend. De werkgever heeft geen idee van neurodiversiteit en staart zich blind op de "abnormale" houding van de sollicitant. Autisten die dit boek lazen, bevelen het in hoge mate aan, vooral aan werkgevers, maar evengoed aan iedereen die "ons, weirdos" een plaats wil geven in de maatschappij.
Zeer uitgebreide Noten
Soms vind je in de noten achteraan nog veel meer uitleg of minstens een verwijzing naar andere auteurs die Baron-Cohen raadpleegde. Ook de index kan helpen om snel iets op te zoeken.